Advies Raad van State over het voorstel Wet Collectieve Warmte

Waar gaat het over?

Het uitgestelde voorstel voor een nieuwe Warmtewet, de Wet Collectieve Warmte (Wcw), dat als doel heeft om tegen 2050 een CO₂-vrije collectieve warmtevoorziening te realiseren, is door het kabinet naar de Raad van State gestuurd. Het advies is onlangs gepubliceerd en de Raad van State uit kritische opmerkingen op met name twee punten: het eigendom van warmtebedrijven en de manier waarop de tarieven worden vastgesteld.


Het Rijk heeft de gemeenten de verantwoordelijkheid gegeven voor de uitvoering van de verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving. Een van de mogelijke oplossingsrichtingen is de aanleg van een warmtenet. Het aantal warmtenetten dat is aangelegd blijft echter achter bij de doelstellingen uit het Klimaatakkoord. Om hier verandering in te brengen heeft het vorige kabinet besloten om in een wetsvoorstel Wcw op te nemen dat warmtebedrijven een publiek meerderheidsbelang moeten hebben, waarbij 51% van de aandelen direct of indirect in handen zijn van een openbaar lichaam. Dit is bedoeld om publieke sturing te waarborgen en consumenten te beschermen. Echter, dit staat op gespannen voet met het Europese Unierecht, dat ziet op vrij verkeer van goederen en kapitaal en de vrijheid van vestiging. Daarom stelt de Raad van State een alternatief voor, waarbij warmtebedrijven worden geselecteerd via een transparante selectieprocedure op basis van rangschikkingscriteria.


De tweede punt is de tariefregulering. De huidige tariefregulering is gebaseerd op de gasreferentieprijs, waarbij een warmteklant nooit meer mag betalen dan iemand die zijn huis met aardgas verwarmt. Dit staat bekend als het “niet meer dan anders” (nmda) principe. In het nieuwe wetvoorstel wordt dit principe vervangen door kosten gebaseerde tariefregulering. Dit betekent dat aangesloten partijen op een warmtenet betalen voor daadwerkelijke doelmatige kosten. Een maximumtarief wordt berekend voor elk warmtebedrijf op basis van een tariefformule. De Raad van State stelt dat er tijdig en zo volledig mogelijk inzicht moet worden verkregen in de kosten, omdat de tarieven afhankelijk zijn van de uiteindelijke kosten die tijdens ‘de verbouwing’ zijn gemaakt.


Verder komt in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) onder de Warmtewet te staan dat bedrijven die restwarmte hebben en lozen verplicht worden om informatie te delen over de hoeveelheid en kwaliteit van de geproduceerde restwarmte. Als er sprake is van een positieve businesscase voor een aangewezen warmtebedrijf, zijn ze bovendien verplicht om deze warmte te leveren.

Wat betekent dit voor u?

Het meerderheidsaandeel (eigendom) van een warmtenet van een openbaar, publiek lichaam, met één aangewezen warmtebedrijf betekent dat er sprake is van een monopolie. Daarom is toezicht en handhaving nodig om non-discriminatoire toegang tot het netwerk te waarborgen en toezicht te houden op de tarieven. Het is dus essentieel om de tarieven te reguleren en een principe vast te stellen voor deze regulering.


Met de kosten gebaseerde tariefregulering zijn indicatieve berekeningen gemaakt om te bepalen hoe dit nieuwe tarief bestaande warmtesystemen zou beïnvloeden. Ongeveer 45-64% van de gebruikers zou minder betalen dan onder het nmda-principe, 5-10% van de gebruikers zou meer dan 50% extra betalen ten opzichte van het gemiddelde, en 1-3% van de gebruikers zou mogelijk meer dan het dubbele van de gemiddelde warmte prijs betalen.


De nieuwe verplichting om warmte terug te leveren biedt een kans om restwarmte te benutten en bij te dragen aan de verduurzaming van de energievoorziening. Er zijn verschillende subsidies beschikbaar zoals de energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) Deze subsidies geven fiscale voordelen aan bedrijven die investeren in milieuvriendelijke technieken.

Betrokkenheid VEMW

VEMW heeft deelgenomen aan verschillende consultaties over de nieuwe Warmtewet Wcw, waarbij non-discriminatoire toegang tot het systeem, eerlijke tarieven, en ondersteuning voor het terugleveren van restwarmte de kern vormden van onze inbreng. VEMW heeft – tevergeefs - ingebracht dat het creëren van een meerderheidsbelang van publieke spelers - zoals de gemeente – niet het verschil zal maken in de aanleg van méér en doelmatiger warmtenetten. Voor wat betreft de verplichte uitkoppeling van – gegevens t.a.v. – industriële restwarmte heeft VEMW aandacht gevraagd voor een verantwoorde en redelijke grondslag. De verdere uitwerking moet nog plaatsvinden.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met

Ivonne Servin Balderas

Beleidsadviseur energie

0348-484 355 | is@vemw.nl

VEMW E&W Update